Post by Coast on Jan 17, 2017 15:52:46 GMT
Zero rolde met zijn ogen wanneer hij zichzelf duidelijk verluld had en nu wilde ze het weten ook. Hij keek haar sceptisch aan. "Je houdt niet op met daarover door vragen tot je het antwoord weet, niet waar?" zei hij droogjes. Hij lag achterstevoren op zijn paard en deze stapte gewoon rustig door. Dat paard en hij, ze waren vrienden, alleen kwam hij enkel wanneer nodig. Langzaam leek het paard dan ook te verdwijnen. Zero bleef in de lucht zweven. Hij sloot zijn ogen even en gromde licht geïrriteerd.
"Wij zeggen allemaal dat je potentie hebt omdat je een sterke gevallene, een sterke demon en hell... zelfs een sterke engel zou kunnen zijn. Het is niet zo moeilijk. En je hoeft er ook niet verdomd adel voor te zijn. Dat is onzin." Hij schudde zijn hoofd omdat het daadwerkelijk een belachelijke redenering was. "Je kan al dat worden, en je hoeft er niets speciaals voor te doen. De gevallenen zagen echter hetzelfde als dat ik in je zag. De duisternis in je is wel wat sterker als het licht. En dat is waarom zowel ik als de gevallenen achter je aan zouden zitten."
Hij opende zijn ogen en legde zijn armen achter zijn hoofd. "Al is het niet mijn intentie achter je aan te zitten. Ik wilde je helpen, sneed mezelf daarmee, vermoorde een gevangene, bracht jou in de problemen... dus door mij zit je in de problemen en dat is de reden waarom ik je nu help. Niet om je tot het duister te verleiden." Hij maakte bij dat laatste een handgebaar waardoor wat schaduwen ontstonden en oplostten in het licht. Zijn ogen keken nu naar haar. En hij zuchtte.
"Ga alsjeblieft niet denken dat ik daarom bij je ben." Hij draaide zich om en gromde even. "Misschien ben ik hier wel omdat je voor een mens zo slecht nog niet bent. Oké?" Het klonk wat nukkig. Maar vanuit zijn mond is het een gigantisch compliment. Hij zweefde gewoon naast haar en bij het horen van geluid in de verte draaide hij zich om. Hij maakte zichzelf onzichtbaar, maar zichtbaar voor haar. "Misschien verstandiger voor mij om onzichtbaar te zijn wanneer we stervelingen naderen. Ik jaag ze de stuipen op het lijf. Ik ben hier daarnaast voor jou, niet voor hen." zei hij rustig. Hij sloot zijn ogen en bleef naast haar zweven. "Als je meer vragen hebt, dan hoor ik ze wel. In de verte is een dorp. Als je kleding wil kopen en meer proviand kan dat daar. Ik heb ook nog wel wat centen. Mensen geven me geld maar ik kan er niks mee. Als ik een verzoek mag doen. Wat brood en extra kaas." zei hij rustig. Hij had vanmorgen geen zin. Maar de geur drong al de hele ochtend zijn neus binnen dus nu zou hij het zeker niet erg vinden. Hij keek even om zich heen en volgde haar.
"Wij zeggen allemaal dat je potentie hebt omdat je een sterke gevallene, een sterke demon en hell... zelfs een sterke engel zou kunnen zijn. Het is niet zo moeilijk. En je hoeft er ook niet verdomd adel voor te zijn. Dat is onzin." Hij schudde zijn hoofd omdat het daadwerkelijk een belachelijke redenering was. "Je kan al dat worden, en je hoeft er niets speciaals voor te doen. De gevallenen zagen echter hetzelfde als dat ik in je zag. De duisternis in je is wel wat sterker als het licht. En dat is waarom zowel ik als de gevallenen achter je aan zouden zitten."
Hij opende zijn ogen en legde zijn armen achter zijn hoofd. "Al is het niet mijn intentie achter je aan te zitten. Ik wilde je helpen, sneed mezelf daarmee, vermoorde een gevangene, bracht jou in de problemen... dus door mij zit je in de problemen en dat is de reden waarom ik je nu help. Niet om je tot het duister te verleiden." Hij maakte bij dat laatste een handgebaar waardoor wat schaduwen ontstonden en oplostten in het licht. Zijn ogen keken nu naar haar. En hij zuchtte.
"Ga alsjeblieft niet denken dat ik daarom bij je ben." Hij draaide zich om en gromde even. "Misschien ben ik hier wel omdat je voor een mens zo slecht nog niet bent. Oké?" Het klonk wat nukkig. Maar vanuit zijn mond is het een gigantisch compliment. Hij zweefde gewoon naast haar en bij het horen van geluid in de verte draaide hij zich om. Hij maakte zichzelf onzichtbaar, maar zichtbaar voor haar. "Misschien verstandiger voor mij om onzichtbaar te zijn wanneer we stervelingen naderen. Ik jaag ze de stuipen op het lijf. Ik ben hier daarnaast voor jou, niet voor hen." zei hij rustig. Hij sloot zijn ogen en bleef naast haar zweven. "Als je meer vragen hebt, dan hoor ik ze wel. In de verte is een dorp. Als je kleding wil kopen en meer proviand kan dat daar. Ik heb ook nog wel wat centen. Mensen geven me geld maar ik kan er niks mee. Als ik een verzoek mag doen. Wat brood en extra kaas." zei hij rustig. Hij had vanmorgen geen zin. Maar de geur drong al de hele ochtend zijn neus binnen dus nu zou hij het zeker niet erg vinden. Hij keek even om zich heen en volgde haar.